Nu er even geen premières zijn

Ik ben recensent. Al is het moeilijk om mezelf zo te noemen in corona-jaar 2020. Van zes premières in de maand ging het plotseling naar nul. Ik zou niet eens weten of ik nog wel een fatsoenlijke recensie in de vingers heb. Zo weinig heb ik geschreven de laatste paar maanden.

Toen de Kring van Theatercritici vroeg om nominaties voor de Prijs van de Kritiek 2020 kon ik me nog nauwelijks voorstellingen voor de geest halen. Enkel de prachtige voorstellingen van veelbelovende debutanten bleven me te binnen schieten, maar daarvoor is zo’n prijs nu eenmaal niet bestemd. Dus liet ik mijn kans iemand naar voren te schuiven, iets te betekenen, … nou ja, gewoon voorbijgaan. Jammer.

Wat valt er nog te doen voor ons recensenten? In de kranten verschijnen lange achtergrondverhalen, soms met wel drie auteurs erboven. Over de lege theaters en wat er ondanks alles nog te zien is. Ze recenseren live streams, zoom-voorstellingen en theaterfilms. Ze houden interviews met makers over de alternatieven en hun visies voor de toekomst. Schrijven columns over waarom digitaal geen goed alternatief blijkt voor theaterbezoek. Over de minister, en haar complete gebrek aan kennis en kunde om voor de sector op te komen. Een ander analyseert de financiële impact van de gedwongen sluiting en de 1,5 meter-oplossingen. Enfin, je moet het maar verzinnen. En dan onderzoeken, uitwerken, organiseren.

Ik lees het allemaal, maar ik voel meestal geen noodzaak een kruimeltje voor mezelf te pikken. Wat heb ik te bieden, welke creatieve invalshoek moet ik verkennen? Weet ik het. Ik wil gewoon over voorstellingen schrijven. Ergens heen gaan, iets zien en er eenmaal thuis over schrijven. Niemand spreken, nergens op wachten en een strakke deadline de volgende ochtend.

Komt het allemaal ooit wel weer op gang, zo groot en zo breed als het was? Of sta ik tegen die tijd al te lang aan de zijlijn? Wat moet ik doen als ik niet zo snel kan schakelen?

Geef een reactie