Als je in twee uur een oordeel velt

Als ik erop uit ga om een première bij te wonen, dan heb ik er altijd zin in. Alle vormen van theater zie ik en ik ben overal voor in. Voor aanvang kan het nog alle kanten op. Zelfs tijdens de voorstelling kun je het eerste kwartier denken dat je weet waar het heengaat, en blij verrast worden als het compleet anders wordt. Soms valt het tegen. Enorm tegen. Maar even vaak weet je het gewoon niet meteen.

Of je nu zeker of onzeker bent van je zaak, of je je vermaakt hebt of niet, slecht geslapen of laatste trein gemist, pech. Je moet iets schrijven. Zelfs al kom je in eerste instantie niet verder dan ‘ja, was lachen.’ Dan nog moet je proberen daar tussen de twee- en vierhonderd woorden aan intelligente redenering omheen te breien. En liefst ook binnen een halve dag, zodat alle recensies zo’n beetje tegelijk verschijnen.

Dat lijkt misschien kort. Zeker in het geval van een slecht oordeel ben ik nogal eens geconfronteerd met de opmerking: ‘maar ja, zij werken maandenlang aan iets, en jij boort het in twee uurtjes de grond in’. Maar ja, hoe kort het ook is in het gevalletje: ‘wat moet ik nou schrijven over die show waar ik niks van vond’ in combinatie met ‘geen oog dichtgedaan vannacht’ en eventueel ’toch een houten kop van dat ene glas wijn’. Als je oordeel zwart op wit komt te staan, tot mensenheugenis wordt bewaard waar iedereen het kan raadplegen, dan denk je wel even twee, drie of vier keer na voor je iets publiceert. Zelfs al moet dat dan in een afgebakende periode, het grootste deel van die tijd ben je aan het denken. Want hè. Ik typ makkelijk zeventig woorden per minuut. Just sayin’.

Ik hoop altijd dat het een viersterrenverhaal gaat worden. Het laatste wat ik wil is een mislukte voorstelling zien en er vervolgens over moeten schrijven. In de meeste tweesterrenverhalen zie je altijd nog wel ergens een compliment. Al is het voor een acteerprestatie, een vormgevingsconcept of dan tenminste voor de ambitie. Ik wil niets liever dan dat die voorstelling wél is gelukt. Maar als het is mislukt, dan is dat zo.

Als je erop let, dan ontdek je dat de hardste recensies echt niet de in een paar uur geschreven publicaties zijn in de krant. Het is het oordeel dat je hoort aan de bar, of in de groepsapp. Hoe dodelijk is het als je een acteur die zijn dag niet had hoort bestempelen tot “een verschrikkelijk slechte acteur”. Of een stuk dat alle prijzen heeft gewonnen, hoort beschrijven als “saai” en “langdradig”. Hoeveel moeite heeft zo’n bezoeker dan willen steken in het doorgronden en begrijpen van het getoonde? Ik denk nog geen twee seconden.